LANDSVERK M38 PANTSERWAGEN
een restauratieproject
INLEIDING PRODUCTIE GESCHIEDENIS TAAK & BEMANNING RESTAURATIE GEZOCHT FOTO'S 1938-40 FILMS LINKS GASTENBOEK E-MAIL



Taak, eskadronsamenstelling, bemanning, uniform en emblemen


Taak

De tactische richtlijnen voor het optreden van pantserwageneenheden werden in november 1936 vastgelegd in het Pantserwagen Reglement deel II, 'Het Gevecht' (No. 139b), waarin het volgende over eigenschappen en taak van pantserwagens was opgenomen:
M38 - Regulations 139b, Armoured Cars, part II, the battle.
  • Door hun grote snelheid en werkingssfeer kunnen pantserwagens snel en verrassend, zelfs tot op grote afstanden van de eigen hoofdstrijdkrachten, optreden.
  • Door hun pantsering kunnen zij de vijand - ongeacht diens geweer- en mitrailleurvuur - dicht naderen, hem met kanonnen en mitrailleurs krachtig onder vuur nemen, en zich daarna gemakkelijk uit het gevecht losmaken.
  • Verrassend optredend kunnen zij de vijand in diens flank en rug met vuur ernstige verliezen toebrengen en weerstanden, welke aan hun marsweg zijn gelegen, breken.
  • Op het gevechtsveld bieden stilstaande pantserwagens zeer lonende doelen voor vijandelijke artillerie en anti-tankwapens.
  • Pantserwagens lenen zich niet voor het passief verdedigen van een bepaald terreingedeelte. Hun verdedigend vermogen beperkt zich tot het vertragen van 's vijands opmars door het afgeven van vuur uit achtereenvolgende opstellingen.
  • Door voorgenoemde eigenschappen zijn pantserwagens bij uitstek geschikt voor het uitvoeren van de verkennings- en de veiligheidsdienst in rechtstreekse samenwerking met cavalerie en wielrijders.
  • Tijdens het gevecht kunnen zij belangrijke diensten bewijzen door - in rechtstreekse samenwerking met andere wapens - aan deze een krachtige materiële en morele steun te verlenen'.
  • Pantserwagens kunnen voorts tot op grote afstand van de eigen troepen zelfstandig optreden tot het uitvoeren van opdrachten met betrekking tot de verkennings- en veiligheidsdienst en tot het uitvoeren van raids, waaronder te verstaan verrassende aanvallende ondernemingen tegen 's vijands flank en rug, alsmede ondernemingen ten doel hebbende het totstandbrengen van vernielingen.

Een bij de Lichte Brigade ingedeeld eskadron pantserwagens kon geheel of gedeeltelijk worden ingezet:

  • als zelfstandige eenheid
  • ingedeeld bij één der onderdelen van de Lichte Brigade
  • ingedeeld bij de brigadereserve.

Bij optreden in eskadronsverband bepaalde de eskadronscommandant de vorm van het eskadron. In de regel werd bij een verplaatsing één peloton als voor- of achterhoede of als flankdekking ingezet. De onderlinge afstand mocht in het algemeen niet meer dan 5 km bedragen.


Eskadronsamenstelling en bemanning


M38 - Composition of armoured car squadron
Bijlage 1 bij het Pantserwagen Reglement deel II 'Het Gevecht', voorschrift no. 139b, KMA Breda, 1936

De pelotonscommandant/wagencommandant was een luitenant of kornet.
M38 command car  C1 with complete crew.De bemanning van een pantserwagen bestond uit 5 man:
- een wagencommandant/wachtmeester
- een korporaal
- 3 huzaren

Deze vijf mannen hadden de volgende functies:
- de commandant, ook belast met laden van het kanon
- de richter, belast met richten en afvuren van de torenwapens en het laden van de mitrailleurs
- de chauffeur
- de schutter, belast met het bedienen van de boegmitrailleur
- chauffeur/schutter, voor het rijden in achterwaartse richting en het bedienen van de achter in de romp geplaatste mitrailleur

Het personeel van het 1e en 2e peloton van het 2e Eskadron Pantserwagens gaf zichzelf de stoere bijnaam '
Pantserknotsen'.


M38 commandowagen 1 met bemanning


Uniform en emblemen

M38: crew in greygreen uniform.
In juni 1936 werd - ondanks andere aanbevelingen van ritmeester H. Wilbrennink - het uniform van het pantserwagenpersoneel vastgesteld als dat van onbereden huzaren:
grijsgroene veldjas en rijbroek zonder leren zolder, zwartleren beenkappen, geen kolbak maar veldmuts en de overjas beredenen.

De pantserwagenbemanning werd verder uitgerust met een blauwe pantserwagenoverall met koppel. Officieren droegen een donkerder tint blauwe buitenmodel overall met het draagriemstel (ook wel bokkentuig of Sam Browne genoemd) en een donkerblauwe buitenmodel veldmuts (zonder officiele toestemming). In de pantserwagen werd onder de overall meestal de rijbroek met trui gedragen.
M38: crew in blue overalls.

Het was de bedoeling een leren helm - van het type vlieger/waarnemer - te verstrekken, maar dit is nooit gebeurd. Indien wenselijk werd de model staalhelm gedragen. De bij een huzaar behorende ruitersporen werden in de pantserwagen niet gedragen, maar wel los meegenomen. De pantserwagenbemanning was bewapend met een pistool M25 als persoonlijk wapen. Vóór het uitbreken van de oorlog werd aan hen ook een stormdolk uitgereikt.

Als onderdeelsembleem werd op de kraag van de veldjas een paar pantserwagentjes gedragen.

M38: armoured car unit emblem in bronze M38: armoured car unit emblem in silver. M38: armoured car unit emblem embroidered in white M38: armoured car unit emblem embroidered in silver.
pantserwagenembleem in brons
voor korporaals en huzaren
pantserwagenembleem in zilver
voor korporaals en huzaren
(sinds voorjaar 1939)
ingeborduurd pantserwagenembleem in witte zijde voor onderofficieren ingeborduurd pantserwagenembleem in zilverdraad voor officieren en adjudant-onderofficieren