LANDSVERK M38 PANTSERWAGEN
een restauratieproject
INLEIDING PRODUCTIE GESCHIEDENIS (2) TAAK & BEMANNING RESTAURATIE GEZOCHT FOTO'S 1938-40 FILMS LINKS GASTENBOEK E-MAIL



Inzet 2e E. Paw tijdens de meidagen 1940


Op 1 mei 1940 werden het 1e en het 2e peloton 2 E. Paw ingedeeld bij het 1e Regiment Huzaren (1 R.H.) en het 3e en 4e peloton bij het 4 Regiment Huzaren (4 R.H.) en ingezet bij de verdediging van de Grebbelinie (*). De regimenten hadden tot taak de opmars van een door de IJssellinie gedrongen vijand te vertragen. Dit moest voornamelijk gedaan worden door het uitvoeren van vernielingen op diens marsweg. Direct gevecht diende zoveel mogelijk vermeden te worden. Na uitvoering van deze taak moest men zich zo volledig mogelijk achter de linie terugtrekken.

Kader 2e Eskadron Pantserwagens mei 1940

ritmeester J. L. Bruinier
Eskadronscommandant
1e luitenant H. Meijer
commandant 3e peloton
res. 2e luitenant

Jhr. W.F. Clifford Kocq van Breugel commandant 2e peloton

  A. A. Moolenburgh
commandant 4e peloton
adjudant-onderofficier-instructeur A.H. van der Vliet
commandant 1e peloton
opperwachtmeester-administrateur J. H. Geesink
wachtmeester 1e klasse J. H. Nieskens
wachtmeester J.J. Addink
  W.J. van den Hoek
  M. van der Merwe
  C.J. v.d. Plas
  J. Post
  J. Smit
  H.C. Vincent
  H.P. de Vriend
  D. de Wit
dpl. wachtmeester A. de Graauw
  J.H. de Groot
  J. Metselaar
  ?

Op 7 mei waren alle verloven ingetroken. In de vroege morgen van 10 mei werden 3 en 4-2 E. Paw naar Ede gestuurd en onder bevel van de commandant 4 RH gesteld.

Situation of 2nd Squadron Armoured Cars on may 10th 1940.
Opstelling van de vier pelotons van het 2e Eskadron Pantserwagens bij Ede en Apeldoorn op 10 mei rond 05.00 uur.

10-14 mei: 1 en 2 -2 E. Paw.
De commandogroep met ritmeester Bruinier was in de morgen van 10 mei opgesteld bij de commandpost van C.-1 R.H. te
Voorthuizen. Met de commandopantserwagen werd de weg naar Apeldoorn afgesloten. Beide pelotons waren opgesteld bij de bruggen over het Apeldoorns Kanaal. Na het opblazen van de bruggen moesten de pelotons zich op de 2e lijn terugtrekken en daarbij versperringen uitvoeren zoals het met explosieven vellen van bomen over de weg. Kort na 06.00 uur werden de bruggen vernield. 1-2 E. Paw trok zich terug op Kootwijkerbroek via de weg naar Amersfoort - Apeldoorn en sloot aan bij 4-1 R.H. 2-2 E. Paw. sloot zich via Vassen en Uddel in Garderen aan bij 1-1 R.H. Om 11.30 uur bevond 1-2 E. Paw. zich te Barneveld en 2-2 E. Paw..had zich opgesteld ten noorden van Voorthuizen (3e lijn). In de late avond werd teruggetrokken op de laatste lijn - de Grebbelinie: 1-2 E. Paw. aan de grote weg ten zuidwesten van Nijkerk en 2-2 E. Paw. ten zuidwesten van Nijkerkerveen. De wegen richting Amersfoort moesten afgesloten worden.
In de morgen van 11 mei kregen de pelotons opdracht tot verkenningen naar de IJssel en ter ondersteuning van de terugtrekkende IJsselbataljons: 1-2 E. Paw. via Nijkerk en Harderwijk en 2-2 E. Paw. via Uddel en Vaasen tot voorbij Apeldoorn. 1-2 E. Paw. bereikte de IJssel, waar de bruggen waren vernield en aan Nederlandse zijde geen vijand waargenomen werd. 2-2 E. Paw. bereikte het Apeldoorns kanaal. Tegen de middag kwam het bevel van de opperbevelhebber dat alle pantserwagens zich naar Den Haag moesten begeven. Ritmeester Bruinier marcheerde met commandogroep en 2-2 E. Paw. inderdaad naar Den Haag. Maar 1-2 E. Paw. bleef achter onder commando van 1 R. H. en werd ingezet ter verkenning van de Veluwe. In de late middag stootte men bij Voorthuizen op de vijand. De Duitse weerstand werd gebroken, waarna men zich terugtrok op Vinkenhoef ter afsluiting van de wegen. Een pantserwagen kwam danig gehavend uit de strijd en werd ter reparatie achter de linie teruggetrokken.
In de loop van de morgen van 12 mei moest 1-2 E. Paw. gaan verkennen in oostelijke richting. Rond de middag werden Duitse pantservoertuigen gezien bij Zwartebroek. In de namiddag bleek Barneveld al door de Duitsers te zijn bezet. 's Avonds werden 1 R. H en 1-2 E. Paw. bijeengebracht in de Dumoulinkazerne in
Soesterberg.
Op 13 mei rukte 1-2 E. Paw. op om in de omgeving van Amersfoort naar Duitse parachutisten te zoeken. Deze meldingen bleken onjuist. 's Avonds trok het peloton via De Bilt en Utrecht naar
Haarzuilens. Het pantserwagenpersoneel werd in bijgebouwen van Kasteel De Haar ondergebracht.

10 en 11 mei: 3 en 4-2 E. Paw.
In de vroege morgen van 10 mei had 3-2 E. Paw. stelling genomen bij de 'Driesprong' om de wegen richting Hoenderloo/Otterloo af te sluiten. 4-2 E. Paw. was langs de westelijke rand van de Ginkelse heide opgesteld. Dit was een achterwaartse stelling waar de pantserwagens als pantserafweergeschut zouden kunnen optreden. Voor deze taak waren ze in feite niet bestemd.
3-2 E. Paw. kreeg omstreeks 15.00 uur bevel stelling te nemen op de weg Ede-De Klomp om daarna de commandopost van C.- 1 R. H. bij de Langenberg te beschermen tegen Duitse pantservoertuigen. Deze post bleek echter al verlaten en men trok terug tot achter de Nederlandse versperringen. Rond 21.00 uur werd
Leersum bereikt en in legering gegaan bij Kasteel Broekhuizen.
4-2 E. Paw. heeft tot 20.00 uur de patrouilles voorgezet en vervolgens in Ede een nachtopstelling gezocht, waar men hoorde van de eerdere terugtocht. 's Nachts werden zij beschoten en probeerde men vervolgens De Klomp te bereiken. Pantserwagen 19 reed zich vast en werd achtergelaten. De bemanning ging over op wagen 23.

Armoured car nr. 19 of 4-2 E.Paw.
Foto van pantserwagen 19 van 4-2 E. Paw. van begin mei 1940. De oranje driehoek met zwarte rand is hier duidelijk herkenbaar. Op 10 mei werd deze tijdens de terugtocht op De Klomp achtergelaten.

Wagen 20 reed nog eens terug naar Ede om achtergebleven personeel op te halen. In de morgen van 11 mei werd het peloton door eigen troepen door de linies bij De Klomp geholpen. Tegen de middag trof men 3-2 E. Paw. aan in Leersum. Diezelfde middag volgde het bevel voor beide pelotons zich naar het Algemeen Hoofdkwartier in Den Haag te begeven, waar 2-2 E. Paw. zich al bevond.

11 mei: acties in Den Haag en in de omgeving van Valkenburg (ZH)
Rond Den Haag was een uiterst gespannen en onrustige situatie ontstaan door de vermeende aanwezigheid van Duitse parachutisten en 'vijfde colonne' in de stad. Het eskadron moest het Algemeen Hoofdkwartier aan de Lange Voorhout beveiligen en stond onder direct bevel van de opperbevelhebber van Land - en Zeemacht, generaal Winkelman. Het personeel en de eskadronscommandopost werden ondergebracht in de Pulchri Studio.
Op 11 mei werden diverse patrouilles en opdrachten uitgevoerd. Pantserwagen 24 van 3-2 E. Paw. werd ter beschikking gesteld van een bataljon infanterie dat vanuit de Haagse Schouw richting het door luchtlandingstroepen bezette Valkenburg Z.H. oprukte. 4-2 E. Paw. begaf zich naar de Laan van Nieuw Oost-Indië. De wagens 16 en 18 van 2-2 E. Paw. wilden zich ter versterking bij hen aansluiten, maar dit bleek niet nodig, want er waren al twee pantserwagens M39 van het Depot Eskadron aanwezig. Vervolgens gingen zij op eigen initiatief ter ondersteuning van wagen 24 naar Valkenburg. De
actie bij Valkenburg bestond uit het vaststellen van vijandige posities en het beschieten van boerderijen en stellingen waar de vijanden werd vermoed. Om 8.00 uur op 12 mei werden ze terugbevolen naar Den Haag.

12 mei: actie bij Wateringen
Om 6.00 uur 's morgens op 12 mei werden twee pantserwagens naar
Wateringen gestuurd ter verkenning en ter ondersteuning van de daar aanwezige compagnie infanterie. Bij het doorstoten naar Kwintsheul werd contact gemaakt met Duitse achterhoede. De voorste pantserwagen (17) werd getroffen door een projectie uit een Duits antitankgeweer en commandant en richter raakten gewond. Om 8.30 uur waren ze terug in Den Haag.

12 mei: actie rond Rotterdam en aanval op Overschie
2-2 E. Paw kreeg opdracht met o.a. drie pantserwagens en één pantserwagen van 3-2 E. Paw. enkele officieren van Den Haag naar
Rotterdam te begeleiden. Men arriveerde daar rond 11.30 uur. Vervolgens kreeg 1e luitenant Jhr. Clifford Kocq van Breugel als commandant van het 2e peloton 2 E. Paw. bevel Overschie en de grote weg Rotterdam - Delft te verkennen. Wagen 18 (2e peloton) en 24 (3e peloton) werden achtergelaten bij de opgehaalde brug in de weg Rotterdam-Delft. Met wagen 16 voerde hij zelf verkenningen uit. Om 14.00 uur meldde hij vanuit Delft dat Overschie slechts zwak bezet was door de vijand. Vervolgens kreeg hij opdracht zich ter beschikking te stellen van de commandant van het Regiment Grenadiers. Zij zouden samen met andere detachementen infanterie een aanval op Overschie uitvoeren vanuit Delft. Wagen 24 kreeg 's middags opdracht om over Hilligersberg en de Kleiweg een verkenning naar Overschie uit te voeren. Na een kort vuurgevecht keerde het terug naar Rotterdam.
Op 13 mei rond 4.00 uur kreeg pantserwagen 16 met 1e luitenant Jhr. Clifford Kocq van Breugel bevel de weg van Delft naar Rotterdam te versperren tegen pantservoertuigen. Na voltooing van de barricades trok men terug op Delft. Rond 9.00 begon de opmars opnieuw, waarbij pantserwagen 2203 defect raakte en terugkeerde naar Delft voor reparatie. Kort na de hervatting van de opmars vond het bombardement op Rotterdam plaats. Pantserwagen 2203 was inmiddels weer hersteld en samen met wagen 16 rukten ze op richting barricades. Wagen 2203 opende het vuur op de vijand. De chauffeur van wagen 16 raakte licht gewond. 's Middags deden geruchten over capitulatie de ronde en werd teruggetrokken op Delft.

13 mei: aanval op de Maasbruggen
's Morgens vond de Nederlandse aanval plaats waarbij de Duitse luchtlandingstroepen op en rond de Maasbruggen verdreven moesten worden. Deze aanval werd uitgevoerd door het Korps Mariniers, versterkt met de pantserwagens 18 en 24. Bij de gevechten raakten de chauffeur en de schutter van één pantserwagen gewond. Beide pantserwagens namen Duitse doelen op het Noordereiland onder vuur, maar de aanval had niet het gewenste succes en werd afgebroken. Pantserwagen 18 werd in de late middag nog ingezet bij een aanval vanuit Rotterdam op Overschie. De aanval werd gestuit en bij het achteruitrijden van de pantserwagen werden per ongeluk een in dekking gegane mitrailleurgroep en een te hulp gesnelde officier overreden. De aanval werd afgebroken en men keerde terug naar Rotterdam.

13 mei: vertrek Wilhelmina
Hoewel zeer tegen haar wens had koningin Wilhelmina op dringend advies van generaal Winkelman besloten Den Haag te verlaten. Ze wilde van Hoek van Holland naar Zeeland varen en daar de strijd voortzetten. 's Morgensvroeg verkenden o.a. pantserwagens van het 2 E. Paw. de weg van Den Haag naar Hoek van Holland en aanwezige versperringen werden opgeruimd. Terug in Den Haag escorteerden zij samen met een detachement Politietroepen de koningin en haar gevolg van paleis Noordeinde naar Hoek van Holland. Aan boord van de torpedojager HMS Hereward werd geen koers gezet naar Zeeland maar naar Engeland.

12-14 mei: actie in Utrecht
4-2 E. Paw. had op 12 mei in Wassenaar gepatrouilleerd maar kreeg vervolgens bevel om met o.a. twee pantserwagens naar Utrecht te gaan om orde en rust te handhaven. Bij aankomst bleek het (weer) rustig. Zij bleven daar tot 14 mei waar ze 's avonds hoorden van de capitulatie.

14 mei: Nederlandse capitulatie
Na de capitulatie was 2 E. Paw verspreid:
- 2-2 E. Paw. (minus 2 pantserwagens) in Den Haag
- 3-2 E. Paw. (minus 1 pantserwagen) in Den Haag
- 1-2 E. Paw. in Haarzuilen
- 4-2 E. Paw. in Utrecht
- 1 wagen 2-2 E. Paw. en 1 wagen 3-2 E. Paw. in Rotterdam
- 1 wagen 2-2 E. Paw. in Delft.

May 1940: demolished armoured car at M38 on the Nenijtocomplex in Rotterdam. May 1940: demolished armoured car at M38 on the Nenijtocomplex in Rotterdam.
De deels onklaar gemaakte pantserwagens op het Nenijto complex in Rotterdam. De mitrailleurs voor en achter zijn inclusief pantsermantel gedemonteerd. De wagens zijn waarschijnlijk met de hulprupsen om de achterwielen in het rulle gedeelte van het terrein vastgereden.

De twee Rotterdamse pantserwagens begaven zich naar het Nenijto-complex en werden deels onklaar gemaakt. Het personeel werd door de Duitse troepen krijgsgevangen gemaakt en in een kerk op het Stieltjensplein opgesloten. Het Eskadron werd op de Willem de Zwijgerkazerne te Wezep bijeengebracht en gedemobiliseerd.

24 juni en 15 juli 1940: ontbinding
De formele ontbinding van het Eskadron Pantserwagens vond plaats op 24 juni 1940. Het toen nog aanwezige personeel werd gelegerd in de Koning Willem III-kazerne in Apeldoorn, totdat de Nederlandse krijgsmacht op 15 juli geheel werd opgeheven op bevel van de Duitse autoriteiten.

<< Geschiedenis - Het Eskadron Pantserwagens (1)          of Geschiedenis - M38 pantserwagen na mei 1940 (3) >>

(*) De hier aanwezige informatie over het 2e Eskadron Pantserwagens is een beknopte samenvatting van het boek 'Eskadron Pantserwagens 1936-1940', samengesteld door Drs. J. A. Bom, 1986. Uitgegeven ter gelegenheid van de 50-jarige herdenking van de oprichting 1 E. Paw., 1 april 1936 - 1 april 1986.